De uitgangspositie:
Er zijn twee grote activiteiten bij Hische waar lastechniek een wezenlijke rol speelt. De rondlasnaden op buiscomponenten voor krachtcentrales met gasturbines. Het grondlassen van rondlasnaden aan buiscomponenten werd met TIG gelast. Daarnaast speelt het lassen van lange kastprofielen een belangrijke rol. Om bij drie meter lange bouwdelen met MIG/MAG-lasapparaten veilige lasresultaten te behalen, moest elke hoekzijde van een rail worden voorzien. Alleen zo kon het doorzakken van de lasnaad en daarmee ontoereikende kwaliteit worden voorkomen.
De oplossing:
coldArc, een gemodificeerde korte vlamboog van het MIG/MAG-proces, levert bij Hische de gewenste resultaten bij grondlassen die voorheen met TIG werden behaald. De lassnelheid tussen TiG en MIG/MAG is bij MIG/MAG echter aanzienlijk hoger. De forceArc-vlamboog is doelgericht, geconcentreerd en gekenmerkt door een diepe inbranding, goede flankbevochtiging en spatvrij lassen. Bij het lassen van de kastprofielen kunnen de HV-lasnaden van een kant als volledige aansluiting worden gelast, de tegenlaag ontstaat automatisch aan de achterkant.
Het succes:
Door de grondlagen met MIG/MAG en coldArc in plaats van met TIG te lassen, wordt de lassnelheid met 40 procent verhoogd en blijft de kwaliteit behouden. Door het lassen van de randprofielen kan Hische dankzij het gebruik van forceArc afzien van de productie van de vier rails, een grote besparing in materiaal en tijd. Met forceArc worden de individuele onderdelen alleen nog gespannen en vervolgens doorgelast. Dit betekent een besparing van twee uur per giek, afgezien van de besparingen in gas en lastoevoegmateriaal. Met forceArc kan immers ook de openingshoek van de lasnaad worden gereduceerd, waardoor de lastijd, warmte-inbreng en vervorming gereduceerd worden. Dankzij de hoge lasnaadkwaliteit kon Hische met de nieuwe lasprocessen ook een nieuwe markt veroveren: de scheepstechniek, waar productkwaliteit- en productveiligheidseisen erg hoog zijn.
